Narcis

De Narcis (Narcissus) is een bolgewas uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae). De naam is afkomstig uit de Griekse mythologie. Het verhaal van Narcissus is vooral bekend van Ovidius, die deze Griekse mythe in Latijnse dichtvorm heeft overgeleverd (Metamorfosen 3.341-510). Het vertelt van een knappe maar nogal vervelende jongeman die alle verliefde jongedames wreed van zich afjoeg. Op een dag was er een maagd die hem tevergeefs probeerde te verleiden. In een gebed aan de goden vroeg ze om Narcissus ook eens te laten voelen hoe het was om iemand lief te hebben die je liefde niet beantwoordt. De godin Aphrodite beantwoordde haar gebed en liet haar wens in vervulling gaan. Zo kwam Narcissus op een dag aan bij een kristalhelder vijver. Moe van het jagen besloot Narcissus om daar zijn dorst te lessen. Toen hij zich voorover boog zag hij zijn weerspiegeling in het wateroppervlak, maar hij dacht dat het een mooie geest was die in de vijver leefde. Zo bleef hij daar zitten, in bewondering starend naar deze verschijning. Hij werd verliefd op zichzelf. Het verhaal loopt natuurlijk slecht af, want zijn liefde werd niet beantwoord. Narcissus kwijnde weg en stierf vertwijfeld. Het enige wat van hem overbleef was een bloem, geel van binnen, en omringd met witte blaadjes, die nu nog steeds herinnert aan Narcissus. Het hele verhaal staat mooi becshreven oo Wikipedia.

Narcissen zijn voorjaarsbollen en hebben een koude rustperiode nodig.

Narcissen kun je rustig laten verwilderen; ze vermeerderen zich vanzelf en elk jaar komen er meer bloemen.

De soorten komen voor van Macaronesië tot in Afghanistan en verder in Zuidoost-China en Japan.[1]

Soorten
De soorten hebben roze, oranje, rode, witte of gevlekte, dubbelbloemige bloemen, met grote gele trompetten of met trosjes van gele of witte bloemetjes. In tegenstelling tot bij de leliefamilie komt bij deze familie een onderstandig vruchtbeginsel voor.