Moestuingewassen kun je indelen in verschillende groepen:
- Bladgewassen (we eten de bladeren): Sla, Andijvie, Spinazie, Snijbiet, Prei, Mosterdblad, Melde, Peterselie, Kervel, Tuinkers, Selderij, Postelein, Groenlof, Veldsla
- Vruchtgewassen (we eten de vruchten): Tomaten, Pepers en paprika’s, Maïs, Augurk, Aubergines, Meloenen, Komkommers, Pompoenen, Courgettes en patissons.
- Wortelgewassen(we eten de wortels) Worteltjes en winterpeen, Bietjes, Uien, Sjalotten, Knolvenkel, Pastinaak, Witlof, Knolselderij, Knoflook.
- Aardappelen: Heeft i.v.m. bijzonderheid in teelt, voorkomende ziekten, omvang gewas, verzorging, etc. een eigen groep.
- Peulgewassen (we eten de peulen of inhoud van de peulen) :Erwten, Peulen, Bonen, Kapucijners, Tuinbonen.
- Koolgewassen (zijn allemaal kruisbloemigen): Rode kool, Spruiten, Broccoli, Boerenkool, Bloemkool, Savooikool, Witte kool, Spitskool, Koolrabi, Koolraap, Rucola, Raapstelen, Radijs, Rammenas.
- Aardbeien: Heeft i.v.m. plantwisseling van 3 jaar een eigen groep.
Die indeling in groepen is heel handig omdat je op basis daarvan een goede indeling in vakken in je moestuin kunt maken en vruchtwisseling kunt toepassen. Vruchtwisseling ook wel (teeltwisseling of wisselbouw genoemd) wil zeggen dat je op een moestuinvak, -bak, of -perceel steeds verschillende gewassen teelt. Pas na ca. 6 jaar komt hetzelfde gewas weer op dat zelfde stuk terug. Dat is belangrijk om uitputting van de bodem en daarmee gepaard gaande bodem- en gewasziekten te voorkomen.
Als geheugensteuntje heb ik dit plaatje gemaakt. Daarop kun je zien hoe de moestuingroepen elkaar op zouden moeten volgen om bodemuitputting en ziekten te voorkomen. Klik erop voor een vergroting.
Tips:
- Liever niet dezelfde teelten na elkaar, zeker geen koolgewassen (in verband met knolziekte)
- Geen ui na prei of prei na ui
- Geen erwten na bonen of bonen na erwten
- Geen witlof na kolen, andijvie, spinazie, sla, knolselderij, erwt
- Geen wortel na aardappel
- Geen ui na aardappel, erwten of tuinbonen.
- Hoofdteelten die geen voor of nateelt verdragen: rode biet, late aardappel, schorseneer, pastinaak, knolselderij, witlof, zaaiui en winterwortel.
Handige Combinaties
- Peulvruchten (bonen, erwten) kun je goed combineren met kleine gewassen zoals sla en andijvie en met kruiden als dille en peterselie.
- Gewassen die veel voeding nodig hebben, zoals aardappelen, courgettes, pompoenen en suikermaïs kun je combineren met spinazie.
- Wortelen, uien, knoflook kun je zetten bij gewassen als witlof, aardpeer, artisjok of Kardoen.
- Koolsoorten als radijs, koolrabi, rammenas en raapstelen combineren goed met dille, salie en munt.