In tegenstelling tot wat de naam suggerereert, is de vrucht van de wateraardbei niet eetbaar, of op zijn minst niet bepaald lekker.
Tijdens de bloei is de Wateraardbei, Comarum palustre, gemakkelijk te herkennen aan de zwart-rood-paarse bloemen van zo’n 3 cm in doorsnee. De plant is te vinden aan de waterkant in het water, maar ook in de begroeiing op de kant. De wortelstokken drijven in het water of liggen op de natte bodem, bijvoorbeeld tussen het veenmos. De bladeren zijn oneven veerdelig, met vijf tot zeven deelblaadjes met een gezaagde rand. Maar het meest opvallend zijn toch de typisch gekleurde bloemen.
overblijvende, meerjarige soort ongetwijfeld vinden in moerassige en venige omstandigheden, en zeker ook wel in het water en in de begroeiing op de waterkant.
Uit de houtige, roodachtig gekleurde wortelstok, die je op de natte bodem of drijvend onderwater aantreft komen de stengels te voorschijn die in het water drijven of op de natte venige bodem liggen. Ze richten zich echter tegen de bloeitijd op, zodat de planten in bloei toch een hoogte kunnen bereiken van meer dan 45 cm driekwart meter toe.
Het verspreidingsgebied van de Wateraardbei is het noordelijk halfrond maar dan vooral in de gematigde tot koude delen. Het is een zogenaamd circumpolair areaal. De soort draagt sterk bij aan de verlanding van open water, zoals heidevennen, duinmeertjes, plassen en afgesloten meanderarmen van rivieren.
De groeivorm van Wateraardbei lijkt wat op die van Waterdrieblad en Slangewortel, maar ze komt voor in iets mineraalrijker water dan de andere twee genoemde soorten.
De Wateraardbei wordt ook wel Waterbezie of Rode waterbezie genoemd. In het zuidwesten van Friesland wordt de soort Wilde aardbei genoemd. Een oude naam van de plantensoort is Watervijfvingerkruid of Moerasvijfblad.
Dat er een duidelijke relatie is met het geslacht Vijfvingerkruid blijkt ook uit het feit dat de soort ook wel is ingedeeld bij het geslacht Potentilla. Ook komen er lokaal namen voor als Hanevoet, Waterhanevoet, Hanepoot en Waterhanepoot, wat te verklaren is aan de vorm van de bladeren die iets weg hebben van de afdruk van een hanenpoot (Kleijn, H. (1970): Planten en hun naam, 94).
Hoofdgroep:
Roosachtigen
Plantenfamilie:
Rozenfamilie – Rosaceae
Plantengeslacht:
Comarum – Comarum
Plantvorm:
waterplant
Plantgrootte:
0.25 – 0.75 meter
Bloeiperiode:
Juni – Juli
Bloemkleuren:
rood, zwart-paars
Bloeiwijze:
bijscherm
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
10 kelkbladen en bijkelkslippen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
20 of meer
Vruchtbeginsel:
veel, bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
schijnvrucht
Zaden:
–
Stengel:
drijvend
Schors:
–
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
lancetvormig, oneven geveerd
Bladrand:
gezaagd
Ondergronds delen:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:
Water, Bron, Moeras, Veen, Pionier, Grasland, Heide, Ruigte, Struweel, Loofbossen
https://florakompas.nl/product/1812739/wateraardbei-comarum-palustre
Bijzonderheden van Wateraardbei
Latijn: | Comarum palustre |
Plantenlaag: | Waterplanten |