Een trouwe en zeer gewaardeerde bewoonster van mijn tuin is het wonderschone Vingerhoedskruid. Ooit gezaaid vanuit een zakje biologische zaadjes van de Bolster. Sindsdien komt ze elk jaar wel ergens op in de voor- en achtertuin. Inmiddels in allerlei prachtige kleurschakeringen en formaten.
Vingerhoedskruid is een prachtige twee- of meerjarige inheemse plant. In het eerste jaar vormt ze een rozet en in het tweede jaar volgen de bloeistengels met grote roze of witte “vingerhoeden”. De plant wordt 30-150 cm hoog en bloeit van mei tot oktober. De trossen met bloemen boven aan de stengel zijn heel opvallend. De tweezijdig symmetrische vingerhoedvormige bloemen worden bezocht door hommels. De ‘hoedjes’ zijn opvallend roze-roodpaars gekleurd en hebben op de onderlip een honingmerk bestaande uit donkerrode vlekken. De planten hebben verspreid staande bladeren en zijn op de buitenkant van de bloemkroon na, geheel met kleine witte haren zacht behaard.
De bestuiving vindt plaats door hommels die helemaal in de bloemkroon verdwijnen. Vaak zie je dat een hommel een bloemtros van beneden naar boven afwerkt. Als zo’n hommel met pollen van een andere bloeiende vingerhoedskruid vandaan komt, zal onderin in de tros pollen worden afgezet op de stempellobben. Tegen de tijd dat de hommel bovenin de tros komt, zullen alle pollen zijn afgezet tegen de diverse stempellobben. Dan kan onze werker weer nieuwe pollen op zijn lijf afgezet krijgen en die meenemen naar een andere bloeiende plant. Na bestuiving en bevruchting groeit het tweehokkig vruchtbeginsel uit tot een doosvrucht.
Een plant kan meer dan negentig bloemen hebben. Na de bloei vormt de plant duizenden zaden. Deze vallen op de grond en vormen daar nieuwe plantjes. Je kunt de zaden ook oogsten zodra je ze hoort rammelen als je de zaaddoos schudt. Je kunt het zaad direct op de gewenste plek uitzaaien. Zaaien in een pot met zaaigrond kan ook. Dek het zaad niet af en houd de grond vochtig. Na ongeveer zes weken verschijnen de kiemplantjes. Plant de zaailingen in september/oktober op de gewenste plek. De jonge planten doorstaan de winter prima en bloeien de volgende zomer.
Vingerhoedskruid houdt van een niet te natte tot droge mineraalrijke bodem en van omgewerkte grond die beschaduwd is. Je komt deze mooie gifmengster vooral tegen op open plekken in loofbossen en bergwouden, bosranden, braakliggende grond, langs spoorwegen, plantsoenen en tussen straatstenen.
De naam Vingerhoedskruid heeft de plant te danken aan de vorm van zijn bloemkroon die precies op een vingerhoedje lijkt. De plant kreeg zijn officiële naam ‘Digitalis purpurea’ in 1542 van de Duitse botanicus Leonhard Fuchs. Digitalis is afgeleid van het Latijnse digitus (vinger) of digitale (vingerhoed). Purpurea betekent purperkleurig.
Een andere mooie soort is de Digitalis Lutea die kleinere lichtgele bloemen draagt met rode accenten.
De plant komt in Nederland en België algemeen voor.
Weetjes over Vingerhoedskruid
Vingerhoedskruid wordt gerekend tot de zogenaamde heksenkruiden. Het was een ingrediënt voor heksenzalf, de ‘vliegzalf’ die heksen plachten te gebruiken om te trancen (of te ‘vliegen’). Dat recept was een geheim recept vol kruiderijen met een rustgevende en hallucinerende werking. De meeste planten die daarvoor werden gebruikt waren zo giftig als wat en je moest dus goed weten wat je deed als je ermee ging heksen.
Van de bloemen vertelde men vroeger dat het zitplaatsen voor vermoeide elfjes waren. De elfjes zouden de bloemen magische krachten hebben gegeven, zodat dieren, vooral vossen, deze als ‘handschoenen’ konden dragen. Door het dragen van deze handschoenen konden de dieren geluidloos met elkaar communiceren.
In veel landen wordt Vingerhoedskruid voor de farmacie verbouwd. Vingerhoedskruid is zo giftig dat zelf experimenteren erg gevaarlijk is.
Exemplaren met witte bloemen zijn nakomelingen van tuinplanten. In het wild komen witbloemige planten nauwelijks voor door hun geringere zaadproduktie.
Bronnen:
Bijzonderheden van Vingerhoedskruid
Latijn: | Digitalis purpurea | ||
Type: | GB | Standplaats: | Halfschaduw en Schaduw |
Plantenlaag: | Kruidlaag | Soort begroeiing: | bijenplant, medicinaal, giftig |
Bodem/bemesting: | niet te natte tot droge mineraalrijke bodem | ||
Bloeikleur: | Wit, Roze, Rood, en Paars | Bladkleur: | Groen |
Hoogte: | 150 cm | ||
Bloeiperiode: | mei, jun, jul, aug, sep, en okt | Wintergroen: | nee |
Vermeerderen door: | Zaaien - ter plaatse | ||
zaaien/ planten in: | jul en aug |