De wilde doperwt komt oorspronkelijk vermoedelijk uit Azië. Vanaf de 15e eeuw kreeg de erwt bekendheid in Frankrijk.
Vlinderbloemigen, zoals de doperwt, gaan een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in de wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen.
De doperwt is eigenlijk een klimplant die tot 2 meter hoogte kan groeien en ondersteuning nodig heeft om tot die hoogte te kunnen klimmen. Tegenwoordig zijn er gelukkig ook lage ‘stamsoorten’. Mijn tuin is namelijk veel te winderig en te klein voor al te hoge en grote planten. Voor de stamsoorten heb je geen klimrek nodig, maar ik maak altijd wel een soort constructie om ze te ondersteunen. Anders rot de helft weg of wordt opgevreten door de medebewoners van mijn moestuinbakken.
De meeste erwten worden gedopt gegeten, maar van sommige variëteiten, met name de peultjes en de suikererwt (sugar snaps), zijn ook de (jonge) peulen eetbaar. Verse doperwten oogst je als ze nog niet rijp zijn. De suiker in de erwt is dan nog niet omgezet in zetmeel. Daardoor smaken ze heerlijk zoet en helemaal niet melig, zoals erwten in een potje. Hoe verser, hoe gezonder ook, want ze zijn dan zacht en zoet en lichter verteerbaar. Verse erwten kun je blancheren (in kokend water dompelen, zodat ze halfgaar of gaar worden), stomen of koken.
Groene erwten zijn groen van kleur maar er bestaan ook andere varianten. De doperwt, kreukerwt, blauwschokker, kapucijner- of grauwe erwt, ronde groene erwt (landbouwerwt), gele erwt, rozijnerwt, peultjes en suikererwt (sugar snaps) behoren allemaal tot de soort “erwt”. De gele erwt wordt voor de veevoederindustrie geteeld. De spliterwt is afkomstig van de gedroogde landbouwerwt, waarbij de zaadhuid verwijderd wordt, waardoor de erwt in twee helften uiteenvalt. Het voordeel ervan is, dat er geen zaadhuiden zijn en daarom wordt hij dan ook veelvuldig gebruikt voor erwtensoep.
Vroege teelt: zaaien in eind februari/maart, oogsten in eind mei/juni.
Late teelt: zaaien in maart/april, oogsten in eind juni/juli.
Op moestuin.nl staat een goed artikel over het kweken van erwten en peulen.
Bijzonderheden van Doperwt
Latijn: | Pisum sativum | Familie: | Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) |
Type: | A | Standplaats: | Zon |
Plantenlaag: | Klimplanten | Soort begroeiing: | eetbaar, groente, zaden, groenbemester, éénjarig |
Bodem/bemesting: | vochtige grond | ||
Bloeikleur: | Roze en Paars | ||
Bloeiperiode: | mei | ||
Vermeerderen door: | Zaaien en Zaaien - voorzaaien binnen | ||
zaaien/ planten in: | feb, mrt, apr, mei, jun, okt, en nov | kiemduur: | 4 dgn |
Moestuin gewastype: | Peulen | Oogsten vanaf: | mei, juni, en juli |