De aardpeer, topinamboer, knolzonnebloem of jeruzalemartisjok is een plantensoort uit het geslacht Helianthus die als vaste plant wordt gekweekt. Aardpeer is verwant aan de zonnebloem en kan in een goede zomer prachtig bloeien met leuke gele bloemen hoog op de lange, sterke stelen. De wortel is net als de aardappel een goed eetbaar knolgewas en kan een flinke oogst per vierkante meter geven. Het is een zeer sterke meerjarige plant die kan gaan woekeren, maar hij kan niet goed tegen meermaals afmaaien.
De benaming jeruzalemartisjok heeft niets te maken met dat hij afkomstig zou zijn uit Israël, maar is waarschijnlijk een verbastering van het Italiaanse girasole articiocco (zonnebloemartisjok). Van oorsprong groeit de aardpeer in Noord-Amerika. Hij is voor het eerst beschreven door de Franse ontdekkingsreiziger Samuel de Champlain in 1605, die hem aantrof bij de Huron-indianen. Sindsdien is de knol vooral in Frankrijk zeer populair. In Nederland maakt hij opmars als ‘vergeten groente’.
Kweek
De aardpeer wordt zowel in de siertuin als in de groentetuin gekweekt. Hij gedijt zowel op droge als op ietwat vochtige grond en staat het liefst op een zonnige plek. Oogsten van de knollen kan vanaf de eerste nachtvorst en vervolgens gedurende de gehele winter. Als je een paar knollen laat zitten, komen ze het jaar erna weer op.
Hoewel de aardpeer minder bekend is dan de aardappel, heeft deze plant vele voordelen in een permacultuursysteem. De aardpeer is een sterk groeiende plant die tot 2.5 meter hoog kan groeien en daarnaast behoorlijk dicht groeit. Dit maakt deze plant dan ook geschikt als omheining en windkering voor andere lagere planten. Wel is het zo dat de aardpeer pas laat in het seizoen echt hoogte krijgt waardoor het verstandig is ook andere planten voor deze functie in aanvulling te gebruiken.
De plant bloeit laat met gele bloemen en produceert veel behaard blad. Hij is om die reden heel geliefd bij allerlei insecten en daarom ook bij vogels.
In de keuken
De ondergrondse delen (wortelknollen) zijn eetbaar. Deze wortels bevatten fructanen, biotine, calcium, ijzer, natrium en inuline. Ook is bekend dat de wortels geen nitraten opslaan. Een hoekje van 2 m² kan in een jaar 10 kg eetbare knollen opbrengen. De knol heeft een dunne schil en daarom is schillen niet nodig. De aardpeer kan rauw gegeten worden, bijvoorbeeld als salade. De smaak van de knol is lichtelijk zoet, notig en heeft iets van een artisjok. De witte of roze knollen verkleuren aan de lucht snel naar bruin. De aardpeer kan gekookt worden en zo gegeten. De kooktijd varieert van 10 minuten voor de kleine aardperen, tot 30 minuten voor de grote.[1] Ook is het mogelijk de aardpeer na kort koken te bakken, net als aardappelen, al dan niet met toevoegen van kruiden, knoflook, etc. Doordat de drievoudige suikers in de menselijke darm niet worden opgenomen maar door bacteriën afgebroken, ontstaat het gas kooldioxide. Het eten van aardpeer kan daardoor leiden tot winderigheid. Eenmaal uit de grond drogen de knollen snel uit en zijn daardoor in de koelkast hoogstens enkele dagen houdbaar.
Bijzonderheden van Aardpeer
Latijn: | Helianthus tuberosus | Familie: | Composietenfamilie (Compositae of Asteraceae) |
Type: | HP | Standplaats: | Zon |
Plantenlaag: | Knolgewassen | Soort begroeiing: | verwerkt eetbaar, groente, windkering, omheining, bijen-en insectenplant, meerjarig |
Bodem/bemesting: | Zowel op droge als op licht vochtige grond | ||
Bloeikleur: | Geel | Bladkleur: | Groen |
Hoogte: | 250 cm | Plantafstand: (∴ x ⇔) | 40 x 40 cm |
Bloeiperiode: | aug en sep | Wintergroen: | nee |
Bijzonderheden: | kan windergheid geven, woekert | ||
Vermeerderen door: | Planten | Snoeien in: | n.v.t. |
zaaien/ planten in: | jan, feb, mrt, nov, en dec | ||
Moestuin gewastype: | Wortelgewas | Oogsten vanaf: | januari, februari, maart, november, en december |
Goede buur: | boon, komkommer, maïs |