Wat is nou een tuin zonder Afrikaantjes? Precies! Die vrolijke, langbloeiende bloemetjes mogen gewoonweg niet ontbreken. Ze komen in allerlei verschillende soorten en kleuren voor, dus keuze genoeg. In mijn natuurlijke tuin komen alleen nog biologische variëteiten voor van bijvoorbeeld de Bolster, zoals het wilde afrikaantje, het kleinbloemige afrikaantje en het Sterafrikaantje.
Het Afrikaantje is een geweldige hulp in de moestuin omdat ze door haar geur bodemaaltjes verjaagt. Aaltjes zijn een soort kleine wormpjes die de wortels van planten eten. Daarnaast zorgen Afrikaantjes er ook voor dat mieren, witte vliegen en ander ongedierte op afstand blijven. Door haar aparte geur heeft ze ook wel de bijnaam “Stinkertje” gekregen. Ik vind het wel lekker eigenlijk; lekker kruidig ;-).
In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, komt het afrikaantje oorspronkelijk uit de warmere streken van Midden-Amerika en Mexico. Aan het einde van de 16e eeuw werden de ze in Europa ingevoerd. Sindsdien zijn er vele hybriden verschenen. Nu groeien ze in het wild in vele continenten zoals: Afrika, Europa, Azië, en Noord-Amerika.
Maar hoe komen ze dan aan de naam Afrikaantje? De verklaring is mogelijk aks volgt: toen de spanjaarden het plantje vanuit Midden-Amerika mee naar Spanje brachten, waren vooral de Moren er weg van. Hun tuinen stonden er al snel vol mee. En Moren kwamen uit Afrika, dus…
Afrikaantjes hebben matig voedselrijke grond nodig en veel zon, maar op een plek in de halfschaduw kunnen de planten ook goed gedijen. Ze houden van een vochtige en goed doorlatende grond. Ik kweek ze altijd binnen voor en plant ze uit in het voorjaar. Door de eerste bloemknoppen eruit te knijpen, krijg je vollere planten die meer bloemen leveren.




Bronnen:
De TorenDe Toren
Bijzonderheden van Afrikaantje
Latijn: | Tagetes | ||
Familie: | Composietenfamilie (Compositae of Asteraceae) | ||
Type: | A | ||
Standplaats: | Zon en Halfschaduw | ||
Plantenlaag: | Kruidlaag | ||
Soort begroeiing: | Afweer | ||
Bodem/bemesting: | voedselrijke grond | ||
Bloeikleur: | Rood, Geel, en Oranje | ||
Bladkleur: | Groen | ||
Hoogte: | 30-100 cm | ||
Bloeiperiode: | jun, jul, aug, sep, en okt | ||
Wintergroen: | deels | ||
Bijzonderheden: | Natuurlijke bestrijder | ||
Vermeerderen door: | Zaaien, Zaaien - voorzaaien binnen, Zaaien - voorzaaien buiten, en Zaaien - ter plaatse | ||
zaaien/ planten in: | feb en mrt |