Bloemetje van de dag: opnieuw een stekkie van tante en wederom een lid van de kaasjeskruidfamilie: de Lavatera of struikmalva. Ze heeft weinig nodig en dijt elk jaar uit tot een fikse struik. In het voorjaar ontspringt er aan de verhoute basis een warrige berg kruidachtige takken die op hun beurt de hele zomer door een lawine aan prachtige roze bloemetjes leveren.
De stek van tante komt als ik het me goed herinner van hun campingplaats op de kop van Texel, vlakbij de onvergetelijke Slufter. Elke keer als ik naar mijn mooie Lavatera kijk, denk ik dus aan tante en aan Texel, waar mijn hele familie geweldig leuke vakanties heeft gehad en waar we allemaal fijne herinneringen aan koesteren.🥰
Lavatera is een opvallende, vaste struik uit de kaasjeskruidfamilie. Deze halfheester uit Zuid-Europa en West-Azië bloeit uitbundig en lang met lichtroze hibiscus-achtige bloemen die wel zo’n 3 tot 7 cm groot zijn. De fijne, handvormige bladeren zijn grijs tot groen. Het is echt een plant voor ‘de tuin op het zuiden’. Ze verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme, droge grond en buiten de schaduw van bomen en heesters. Ze heeft flink veel ruimte nodig, want ze kan flink uitwaaieren en bijna 2 meter hoog worden. Het is een fijne borderplant en ze laat zich makkelijk combineren. De struikmalva is er in allerlei sorten en maten. De Lavatera olbia ‘Rosea’ is het bekendst.
Door de lange bloei in zomer en herfst is de plant een goede drachtplant voor hommels en honingbijen, en ook vlinders weten haar te vinden. Drachtplanten zijn planten die nectar en/of pollen (=stuifmeel) leveren.
Op een droge plaats is de plant winterharder dan op een natte plaats, maar om de struikmalva te behouden is winterbescherming hoe dan ook aan te bevelen.In koele, regenachtige zomers is de plant extra gevoelig voor de roestziekte.
Snoeien en vermeerderen
De struikmalva mag je pas in het voorjaar na de vorst (vanaf april) terugknippen tot 30 cm boven de grond. Snoeien doe je om de uitbundige groei wat in te dammen en om te voorkomen dat de plant teveel verhout. Je kunt de twijgen terugsnoeien op een paar ogen zodat de nieuwe twijgen weer jong en fris zullen zijn. Je kunt ze ook in het najaar afknippen, maar dan moet je de bodem wel echt goed afdekken met stro, mulch of hakselhout o.i.d.
Vermeerderen doe je in september door een stuk of 10 kopstekken te nemen. Die prik je in een pot met potgrond. Buiten laten staan tot het gaat vriezen. Dan naar binnen halen. In het voorjaar heb je dan weer nieuwe goede stekken die datzelfde jaar weer bloeien.
Bijzonderheden van Struikmalva
Latijn: | Lavatera | ||
Familie: | kaasjeskruidfamilie (Malvaceae) | ||
Type: | HP | ||
Standplaats: | Zon | ||
Plantenlaag: | Struiken | ||
Soort begroeiing: | bijenplant, vlinderplant, sierplant | ||
Bodem/bemesting: | zonnige, warme plek op niet te arme, droge grond | ||
Bloeikleur: | Roze en Paars | ||
Bladkleur: | Groen | ||
Hoogte: | 120-200 cm | ||
Bloeiperiode: | jun, jul, aug, en sep | ||
Wintergroen: | deels | ||
Vermeerderen door: | Stekken | ||
Snoeien in: | apr en mei | ||
zaaien/ planten in: | mei |